Naar nieuws

Niet meer aan de bak komen na je 50e? Dat valt mee

50-plussers verwachten dat ze er veel langer over doen om een baan vinden dan hun jongere collega’s. De werkelijke zoekduur is echter veel korter. 51-55-jarigen doen er bijvoorbeeld net zo lang over als 41-45-jarigen.  

Baanzoektocht duurt minder lang dan verwacht

50-plussers doen er niet veel langer over om een nieuwe baan te vinden dan mensen die jonger zijn. 51-55-jarigen doen er 3,7 maanden over om een nieuwe baan te vinden. Dat is bijna net zo lang als 36-40-jarigen. In de eerste helft van 2019 deden zij er 3,5 maanden over.

Vanaf 51 jaar schiet wel de verwachte zoekduur in maanden omhoog. Dit staat in tegenstelling tot de werkelijke zoekduur van de mensen die in het afgelopen half jaar een baan hebben gevonden, blijkt uit de cijfers van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek. De doelgroep van 56 tot en met 60 jaar verwacht er 6,8 maanden over te doen om een baan te vinden, terwijl de werkelijke zoekduur maar 3 maanden is.

Man en vrouw

De verwachtingen van mannen en vrouwen van de tijd die het kost om een baan te vinden zijn niet gelijk. Vrouwen verwachten dat ze er langer over doen om aangenomen te worden voor een baan dan mannen, respectievelijk 4,5 maanden en 4,1 maanden. Terwijl vrouwen er juist minder lang over doen om een aanstelling te krijgen dan mannen. In de eerste helft van 2019 vonden vrouwen in 3 maanden een baan en mannen in 3,9 maanden.

Opvallend is de hoge zoekduur van 46-50-jarige mannen. Mannen in deze leeftijdscategorie doen er gemiddeld drie maanden langer over (6,2 maanden) dan vrouwen om een baan te vinden (3,2 maanden). Uit het onderzoek blijkt niet waarom er een piek te zien is in deze leeftijdsgroep.

Arbeidsmarktactiviteit daalt vanaf 56 jaar

Het aantal mensen dat actief op zoek is naar een baan daalt vanaf 56 jaar, van 12% naar 6%. Onder de oudere doelgroep zijn er dus minder mensen zijn actief op zoek naar een baan of houdt de arbeidsmarkt actief in de gaten.

Daarnaast daalt ook het aantal latent zoekenden vanaf 56 jaar en stijgt dus het aantal mensen dat helemaal niet op zoek is naar een baan. Zo neemt het percentage latent zoekenden af van 54% bij 51-55-jarigen naar 39% bij 56-60-jarigen. Bij de 61-plussers daalt dit nog verder.

Ouderen wisselen minder van baan

Het percentage baanwisselingen is redelijk stabiel vanaf 36 jaar, rond de 20%. Vooral werknemers jonger dan 30 jaar wisselen het meest van baan. Pas vanaf 61 jaar is er een sterke daling te zien in het aantal baanwisselingen. Van de 61-plussers veranderde maar 7% van baan.

50-plussers minder benaderd

Niet iedereen staat in de belangstelling van recruiters. Minder dan een kwart van de 50-plussers wordt minimaal een keer per kwartaal gevraagd voor een baan. In de eerste helft van 2019 werd maar 23% van de 51-55-jarigen benaderd, ten opzichte van 34% van de 31-55-jarigen.

60% van de 51-55-jarigen is helemaal niet in beeld geweest bij een recruiter. Bij 31-36-jarigen is dit 43%. Dit verschil wordt groter naarmate de leeftijdscategorieën verder uit elkaar liggen. Terwijl dit wel een interessante doelgroep is voor werkgevers. Oudere werknemers hebben al veel ervaring en zullen minder snel weer overstappen naar een andere werkgever.

Eerder zagen we al dat mannelijke studenten vaker benaderd worden voor een baan dan vrouwelijke studenten. Uit de meest recente cijfers over de eerste twee kartalen van 2019 blijkt dat dit voor alle leeftijdsgroepen het geval is. Vrouwen worden veel minder vaak gevraagd voor een baan. Het verschil tussen mannen en vrouwen bij 51-56-jarigen is respectievelijk 31% en 13%.

Bron: Intelligence-Group 24-10-2019